Meer dan 60 kleuters in één klas?
Zo werkt ’t Annink aan inclusief onderwijs
Een kleuterklas met 63 kinderen? Dat klinkt als een onmogelijke opgave. Op Montessorischool ’t Annink in Hengelo is het de dagelijkse praktijk. En het werkt. Leerkracht Daniël Geers en directeur Ellen Wolkotte vertellen hoe hun aanpak zorgt voor rust, structuur en vooral zelfstandige en blije kinderen.
Drukte en onrust, dat is misschien je eerste gedachte bij een klas van meer dan zestig kleuters. Toch ervaar je het tegenovergestelde als je de ingang bij de kleuterlokalen van ’t Annink binnenstapt. Het is er rustig en alle kleuters zijn zelfstandig aan het werk. “Dat horen we vaker”, bevestigt Daniël glimlachend. “Veel mensen zijn verrast als ze hier binnenkomen.”
Zelfstandigheid als basis
De Montessori-visie 'help mij het zelf te doen' vormt de basis op ‘t Annink. “Kinderen dragen zelf hun tas, hangen zelf hun jas op en leren hoe ze zelfstandig werken met alle materialen”, illustreert Daniël. “We geven kinderen de tijd om dingen zelf te doen, ook al duurt het bijvoorbeeld een kwartier om een rits dicht te maken.” Dit vertrouwen in de kinderen zorgt voor een omgeving waarin zij zich veilig en competent voelen.
Van losse lokalen naar één grote ruimte
Het idee voor de grote kleutergroep ontstond zo’n zeven jaar geleden. Daniël: “We hadden twee kleutergroepen met een deur ertussen. Mijn collega speelde gitaar, ik zong graag. We dachten: als we de deur eens opendoen, kunnen meer kinderen van onze verschillende talenten profiteren.” Stapsgewijs ontwikkelden ze een nieuwe aanpak. “Waarom ieder een bouwhoek en huishoek als je die kunt delen?” In coronatijd verwijderden ze de tussenmuur. Na de komst van directeur Ellen en het groeien van de school, breidden ze de aanpak uit. Nu werken ze dagelijks met twee leerkrachten en een onderwijsbegeleider met meer dan zestig kinderen.
Hoe werkt dat in de praktijk?
De kleutergroep gebruikt drie samengevoegde lokalen, een apart atelier én het gymlokaal dat de kleuters zelfstandig mogen gebruiken. “Onze ruimte is ingedeeld in verschillende pleinen”, legt Daniël uit. “Het bouwplein, de thematische huishoek - momenteel een zwembad -, het breinplein voor instructie-activiteiten en het atelier voor knutselen.” Een innovatie is het 'restaurant' waar kinderen zelf bepalen wanneer ze hun tussendoortje eten. “Ze doen dit volledig zelfstandig”, vertelt Daniël.
Duidelijke structuur
“Het werkt omdat we vanaf dag één duidelijke afspraken maken”, legt Ellen uit. “Structuur zorgt voor rust. Kinderen weten precies wat waar kan en mag. Ze houden van regels en spreken elkaar erop aan als iemand een regel vergeet.” Het zelfstandig spelen in de gymzaal is een mooi voorbeeld. Elke week geeft de vakleerkracht instructie, zodat de kleuters weten wat ze met de opstelling in het lokaal mogen doen. Op de andere dagen mogen maximaal zes kinderen tegelijk zelfstandig gymmen. “Dat weten ze precies. Zijn de vier kledingbakken vol, dan kun je er niet meer bij.”
Portfolio: persoonlijke ontwikkeling in beeld
Voor het volgen van zoveel kinderen ontwikkelden ze een effectief systeem dat aansluit bij het observatie-instrument IEP. “Alle leerdoelen verwerkten we in een portfolio dat het kind zelf beheert”, vertelt Daniël. “Bij elk werkje haalt het kind zijn map. Na het werkje noteren wij de voortgang en bergt het kind het portfolio weer op.” Tijdens het buitenspelen zet een van de leerkrachten de observaties in het digitale systeem. “Elke middag bespreken we bijzonderheden. Zo weten we precies waar ieder kind staat en wie extra aandacht nodig heeft. Deze administratie voelt niet als last, omdat het direct bijdraagt aan ons onderwijs.”
Voordelen voor kinderen én leerkrachten
De grote groep heeft meerdere voordelen. De kinderen ontwikkelen sterke zelfstandigheid, leren van elkaar en krijgen onderwijs op maat. Daarnaast raken ze gewend aan een leeromgeving waarin ze keuzes leren maken en verantwoordelijkheid nemen voor hun werk. Voor het team betekent het efficiënter werken en gedeelde verantwoordelijkheid. “Je leert ontzettend veel van elkaar en kunt echt samen optrekken. Dat geeft energie, zorgt voor een sterk teamgevoel en ik ervaar daardoor veel minder werkdruk”, benadrukt Daniël.
De collega’s krijgen van Ellen de ruimte om te experimenteren: “Net als bij de kinderen: ga eerst ontdekken wat werkt en leg het dan pas vast.” Inmiddels werken ook groep drie en vier in een grote groep en met een portfolio. “Volgend jaar komt groep 5 daarbij. Ook gaan we in de komende jaren onderzoeken hoe we dit principe in de bovenbouw kunnen toepassen.”
Meer ruimte voor inclusief onderwijs
Ellen benadrukt de inclusieve kracht van deze aanpak. “Doordat kinderen de ruimte krijgen om op hun eigen niveau te werken, is er voor meer kinderen een plek in het reguliere onderwijs. Wij vinden het heel belangrijk dat alle kinderen zich fijn voelen en blijven ontwikkelen. Dat monitoren we goed.
Geïnspireerd om zelf aan de slag te gaan?
Daniël en Ellen delen hun belangrijkste inzichten:
- Vertrouw op kinderen. “Zit je er telkens bovenop, dan werkt deze aanpak niet. Geef kinderen ruimte en vertrouwen om zelf te ontdekken.”
- Begin klein. “Deel bijvoorbeeld de hoeken met een andere kleuterklas en plaats deze op de gang. Of creëer een 'vrij eten'-plek waar kinderen zelfstandig hun tussendoortje kunnen eten.”
- Zorg voor duidelijke afspraken. “Wij waarschuwen niet. Als een kind zich in het gymlokaal bijvoorbeeld niet aan de afspraken houdt, dan trekt het de kleren weer aan en gaan we een ander werkje doen. Zorg dat je samen met je collega’s dezelfde afspraken hanteert.”
Wil je meer weten over deze onderwijsaanpak? Neem contact met Ellen via ellen.wolkotte@symbiohengelo.nl.
Na het werken in de ochtend zet Daniël rustige muziek op. Tijd om op te ruimen en even tot rust te komen. Instructie is niet nodig. In volledige stilte lopen de kinderen achter elkaar over de lijn die door het lokaal slingert.